Individuele reflectie Mieke van den Brule S1036479

Slechts drie procent van de kinderen in stadswijken beweegt voldoende. Dit blijkt uit een onderzoek van TNO. En dat terwijl buitenspelen juist zo belangrijk is. (Algemeen Dagblad, 2005)

Jantje Beton heeft een onderzoek laten doen door het bedrijf Qrius  waarbij er gekeken werd naar het buitenspeelgedrag van kinderen. (Jantje Beton, 2010)

Uit deze grafieken wordt duidelijk dat hoe ouder de kinderen worden, hoe minder vaak ze buitenspelen.

In ditzelfde onderzoek wordt ook beschreven dat kinderen over het algemeen vaak buitenspelen op hun eigen schoolplein, of op plaatsen dichtbij hun huis. Ook in ons eigen onderzoek kwam dit ter sprake. Veel kinderen blijven dichter bij huis, wat als resultaat heeft dat de kinderen die vlakbij een speeltuin wonen hier meer gebruik van maken, dan de kinderen die een stuk verder weg wonen. Dit houdt dus in dat kinderen die helemaal niet in de buurt wonen van een speelplaats, sneller gewoon op straat spelen, of juist liever binnen blijven.

Uit het onderzoek blijkt namelijk ook dat de meeste kinderen het buitenspelen leuk vinden omdat ze dan met veel vriendjes en vriendinnetjes in contact komen. Wanneer kinderen dus in een wijk wonen waar weinig speelmogelijkheden zijn, zullen ze minder snel buiten komen omdat er weinig mogelijkheden zijn, maar ook omdat hun vriendjes en vriendinnetjes niet buiten (mogen) komen spelen. (Jantje Beton, 2010)

Vaak spelen ouders ook een grote rol bij het wel of niet buitenspelen van hun kinderen. Dit ligt dan vooral aan het beeld wat de ouders van de wijk hebben. Vaak vinden ze dat hun wijk te onveilig is om hun kinderen alleen buiten te laten spelen. Dit komt vaak door speelplaatsen die niet omheind zijn, verkeer dat hard door de wijk rijdt en veel hangjeugd op de speelplaatsen en in de rest van de wijk. (Algemeen Dagblad, 2005)

Buitenschoolse activiteiten hebben volgens het (Landelijk steunpunt Brede Scholen, 2011) een positieve invloed op de academische, sociale, gedrags- en gezondheidsontwikkeling van leerlingen. Het organiseren van activiteiten door een wijk- en/of buurtcentrum is dus weldegelijk nodig. Vooral omdat er volgens het (Algemeen Dagblad, 2005) tegenwoordig veel minder buiten gespeeld wordt. Juist bij het buitenspelen wordt er geoefend in het aangaan van sociale contacten, het leren van het oplossen van ruzies en problemen, samenwerking met andere kinderen en het inschatten ven sociale situaties. Door lange dagen alleen achter de computer of televisie te zitten kán het dus voorkomen dat het kind moeilijker aansluiting vind bij anderen en het uiteindelijk probleemgedrag gaat vertonen.

Voor kinderen is het dus belangrijk dat ze na schooltijd in ieder geval enigszins kunnen participeren aan activiteiten of speelmogelijkheden. Dit kan bij bijvoorbeeld bij de BSO, het wijkcentrum, op straat of in een speeltuin. Hierbij is de tevredenheid van de kinderen ook erg belangrijk. Wanneer de kinderen ontevreden zijn over activiteiten, zullen ze minder snel geneigd zijn om uit zichzelf deel te gaan nemen aan deze activiteiten. Ze zullen ook vrienden en vriendinnen van school niet aanraden om deel te nemen aan deze activiteiten, wat ervoor kan zorgen dat de kinderen voor de vaak makkelijkste weg kiezen: thuis blijven en televisie kijken of computeren. Op die manier kom je terecht in een vicieuze cirkel die ervoor zorgt dat de kinderen steeds minder naar buiten gaan, en er steeds vaker voor kiezen om binnen te blijven.

Natuurlijk werkt dit fenomeen ook de andere kant op. Wanneer kinderen wel tevreden zijn over activiteiten, zullen ze sneller andere kinderen aanraden om ook mee te komen doen. Ook zien kinderen van buitenaf hoe leuk de activiteiten zijn en willen ze het liefst zelf ook meedoen. Op deze manier komen er juist veel meer kinderen op straat, bij de BSO, in een speeltuin of bij het wijkcentrum.

Uit een onderzoek in opdracht van de Rijksoverheid, blijkt dat kinderen beter kunnen spelen in de natuur dan binnen. Dit onderzoek is uitgevoerd in de natuurlijke speeltuin in Sliedrecht, en in een gymzaal, die omgebouwd was tot speelgelegenheid met allerlei toestellen, touwen en een voetbalveld.

Uit dit onderzoek bleek dat de kinderen veel creatiever en intensiever spelen in de natuurspeeltuin dan in de gymzaal. In de speeltuin konden ze vaak niet kiezen uit de activiteiten die ze wilden gaan doen en renden ze van hot naar her. In de gymzaal gingen de jongens voetballen onder het mom van ‘er is toch weinig anders te doen’ en de meisjes stonden vaak alleen bij elkaar te kletsen of vervelen. (Rijksoverheid, 2009)

Hieruit blijkt dus dat een natuurlijke speeltuin, of alleen al natuur op zich, zorgt voor veel meer uitdaging en onderzoeksmogelijkheden, dus kortom voor meer mogelijkheden tot spel.

Uit ons onderzoek werd ook duidelijk dat veel kinderen de natuurlijke speeltuin in het Nieuwe Westen erg leuk vinden om in te spelen. Omdat deze speeltuin omheind is, en er constant toezicht op de kinderen is, is deze speeltuin ook een stuk veiliger voor de kinderen dan het spelen op straat en zullen ouders ook eerder voor deze speeltuin kiezen.

Geciteerde werken

Algemeen Dagblad. (2005, November 11). Lekker buiten spelen moet! Algemeen Dagblad , pp. http://www.ad.nl/ad/nl/1015/Gezondheid-wetenschap/article/detail/12514/2005/11/11/Lekker-buiten-spelen-moet.dhtml.

Jantje Beton. (2010, Februari 27). Onderzoek Qrius in opdracht van Jantje Beton : Kinderen willen vaker mening geven over buitenspeelmogelijkheden. Opgeroepen op Februari 24, 2011, van Jantje Beton: http://www.jantjebeton.nl/2010/nieuws/onderzoek-qrius-in-opdracht-van-jantje-beton-kinderen-willen-vaker-mening-geven-over-buitenspeelmogelijkheden/

Landelijk steunpunt Brede Scholen. (2011, Januari 24). Literatuuronderzoek effectiviteit brede scholen. Opgeroepen op Februari 24, 2011, van Landelijk steunpunt Brede Scholen: http://www.bredeschool.nl/nieuws/artikel/literatuuronderzoek-effectiviteit-brede-scholen/

Rijksoverheid. (2009, September 10). Rijksoverheid. Opgeroepen op Februari 24, 2011, van Groene kansen voor de jeugd: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2009/09/10/groene-kansen-voor-de-jeugd.html

Welkom

Welkom op de blog van het groepje "Het Nieuwe Westen"

Op deze weblog laten wij zien hoe ons onderzoek naar deze wijk verlopen is.

Voordat we beginnen, is het natuurlijk handig om te weten waar deze wijk ongeveer ligt.

Het groene vlak, is onze wijk: Het Nieuwe Westen. De omringende, paarse vlakken,zijn de andere wijken van de stad Rotterdam.

Het Nieuwe westen ligt tussen de Heemraadssingel en de Delfshavense Schie.

Het handigste is om alle aparte deelvragen en de conclusie via de box aan de rechterkant op de pagina aan te klikken. De conclusie wil anders nog wel eens ineens verdwijnen, terwijl hij wel gewoon online op de weblog staat.

Inleiding

Aanleiding

Met onze groep liepen wij door de wijk ‘het nieuwe westen’ in Rotterdam. Tijdens deze wandeling kwamen wij een aantal scholen tegen. Te weten: Eben Haëzer, Mozaiek, H.J. van Wijlenschool, Vierambachtschool, Van Oldenbarneveldt en De Dialoog. Ook staan er nog twee scholen voor middelbaar onderwijs in deze wijk.

Dit zijn vrij veel scholen, en wij vroegen ons af welke buitenschoolse activiteiten er voor deze kinderen zijn. Om dit onderzoek te verkleinen kijken wij naar kinderen die wonen in de wijk, met de leeftijd van 7 tot 12 jaar. Deze kinderen mogen over het algemeen zelf activiteiten ondernemen in de wijk en zijn minder afhankelijk van ouders.

Probleemstelling

Onderwerp

Wij onderzoeken de activiteiten in de wijk Het nieuwe Westen voor de kinderen die behoren tot de basisschoolleeftijd 7 tot 12. Wij willen erachter komen of de activiteiten zorgen voor tevredenheid bij de kinderen.

Doelstelling

Het doel van dit onderzoek is om erachter te komen welke activiteiten er in de wijk Het nieuwe Westen zijn voor kinderen van de basisschoolleeftijd 7 tot 12 jaar en of de kinderen er tevreden mee zijn.

Hoofdvraag

Welke activiteiten zijn er in de wijk Het nieuwe Westen voor kinderen van de leeftijd 7 tot 12 jaar en zijn de kinderen tevreden over deze activiteiten?

Deelvragen

1.       Welke activiteiten worden er door het wijkcentrum georganiseerd voor kinderen van 7 tot 12 en Zijn de kinderen tevreden over deze activiteiten?

2.       Hoeveel kinderen gaan naar de BSO waar activiteiten buiten schooltijden worden aangeboden en wat doen ze daar? Zijn de kinderen tevreden over deze activiteiten?

3.       Zijn er naast het wijkcentrum en de BSO nog meer mogelijkheden tot het ondernemen van activiteiten in deze wijk en zijn de kinderen tevreden over deze activiteiten?

4.       Wat is de vraag aan activiteiten vanuit de inwoners van de wijk en zijn ze tevreden over de activiteiten in de wijk?

Relevantie

Theoretisch

De gevonden informatie sluit  goed aan op de benodigde informatie voor ons onderzoek. Onze informatie heeft erg geholpen met de beeldvorming van de wijk ‘het nieuwe westen’.

Maatschappelijk

Ons onderzoek is voor onze groep van maatschappelijk belang, omdat de meeste stages die wij lopen in de omgeving van Rotterdam plaatsvinden. Het is daarom interessant om te weten in hoeverre de wijk tegemoet komt aan de vraag aan activiteiten van de kinderen. Op die manier komen wij te weten wat kinderen na schooltijd kunnen doen.

Praktisch

Voor het praktische deel van ons onderzoek proberen wij contact op te nemen met het wijkcentrum van Het Nieuwe Westen. Wij hopen dat wij onze theoretische literatuur kunnen vergelijken met de informatie die wij bij het wijkcentrum hopen te verkrijgen.

Begrippen en conceptueel kader

Ons onderzoek gaat over de activiteiten in de wijk ‘het nieuwe westen’

In de tabel op de volgende bladzijde staan een aantal belangrijke begrippen en hun betekenis schematisch weergegeven.

-          Allochtonen

-          Bevolkingssamenstelling

-          Bebouwing

-          Wijkcentrum

-          Etnische achtergronden

-          Religie

-          Cultuur

-          Inkomen

-          Leerling populatie

-          Zwarte school

-          Witte school

-          Afspiegeling school

Methode

Steekproef

Voor de steekproef nemen wij contact op met het wijkcentrum. We proberen er achter te komen welke activiteiten er in de wijk zijn, en welke zij zelf organiseren. Wij hopen dat zij ons ook extra informatie kunnen geven over de bevolkingssamenstelling in de wijk en de hoeveelheid kinderen.

Meetinstrumenten

Wij nemen de steekproef af d.m.v. een vragenlijst aan het wijkcentrum. Hier zullen wij ingaan op o.a. de activiteiten in de wijk, en in het wijkcentrum. De hoeveelheid kinderen die hierop af komt enzovoorts. Ook proberen wij informatie te zoeken op internet en in boeken om deze verkregen gegevens te kunnen onderbouwen en vergelijken.

Procedure

We beginnen met een literatuuronderzoek om vervolgens verder te gaan met de steekproef in het wijkcentrum. Deze uitkomsten zullen we onderbouwen en vergelijken met de gevonden literatuur.

Inhoudsopgave

Inleiding                                                                                                                                                          

Deelvraag 1:                                                                                                           
Welke activiteiten worden er door het wijkcentrum georganiseerd voor
kinderen van 7 tot 12 en zijn de kinderen tevreden over deze activiteiten?

Deelvraag 2:                                                                                                                                                  
Hoeveel kinderen gaan naar de BSO waar activiteiten buiten schooltijden
worden aangeboden en wat doen ze daar? Zijn de kinderen tevreden over
deze activiteiten?

Deelvraag 3:                                                                                                                                                
Zijn er naast het wijkcentrum en de BSO nog meer mogelijkheden tot het
ondernemen van activiteiten in deze wijk en zijn de kinderen tevreden
 over deze activiteiten?

Deelvraag 4:                                                                                                                                             
Wat is de vraag aan activiteiten vanuit de kinderen van de wijk en zijn ze
tevreden over de activiteiten in de wijk?

Conclusie:                                                                                                                                                       

Welke activiteiten zijn er in de wijk Het nieuwe Westen voor kinderen van
de leeftijd 7 tot 12 jaar en zijn de kinderen tevreden over deze activiteiten?                                                                                                                                                  

Literatuurlijst     &      Taakverdeling

                                                                                                                                           

                                                                                                                                                                                                               

Deelvraag 1

Welke activiteiten worden er door het wijkcentrum georganiseerd voor
kinderen van 7 tot 12 en zijn de kinderen tevreden over deze activiteiten?

In de wijk Het Nieuwe Westen staan een wijkcentrum (Post West) en een buurtcentrum (Westerpoort). Voor deze deelvraag worden alle activiteiten die deze twee centra aanbieden, bekeken.

Maandag:

·         -

Dinsdag:

·         Huiswerkbegeleiding                    Post West                          Gr. 5/6 en gr. 7/8             15.30-16.30

·         Creaclub                                            Westerpoort                     7-10 jaar                              15.30-16.30

·         Zumba                                                Westerpoort                     6-14 jaar                              16.30-17.30

Woensdag:

·         Vrij voetbal                                       Westerpoort                     Vrije inloop                        15.00-16.00

·         Instuif of crea-actviteiten           Post West                           Groep 5 t/m 8                                  13.30-15.30

·         Instuif                                                 Westerpoort                     Vrije inloop                        13.30-15.00

·         Jongensclub                                     Post west                           Jongens 9-12 jaar            14.00-16.00

·         Meidenclub                                      Post west                           Meiden 9-12 jaar             13.30-15.00

Donderdag:

·         Jongensclub                                     Westerpoort                     Jongens 7-10                     15.30-16.30

Vrijdag:

·         -

Zaterdag:

·         -

Zondag:

·         -

Zo is te zien dat er op maandag, vrijdag, zaterdag en zondag geen activiteiten voor kinderen tussen 7 en 12 jaar georganiseerd worden. Echter, in de wijk zijn nog meer activiteiten buiten die van het wijkcentrum. De kinderen hebben dus altijd wel wat te doen.

Het is ook erg duidelijk te zien dat alle activiteiten ’s middags beginnen en vaak ook in de namiddag eindigen. Veel kinderen hebben ouders die de hele dag moeten werken. Dan kunnen ze naar het wijkcentrum gaan. Voor etenstijd houden de activiteiten op en kunnen de kinderen naar huis. Op deze manier gaan de kinderen ook nooit te laat over straat.

Voor en na de tijden van de activiteiten van kinderen tot 12 jaar, zijn er nog andere activiteiten voor kinderen die ouder zijn dan 12, en activiteiten voor volwassenen. (Het Nieuwe Westen, 2011)

Onderzoek

Zijn de kinderen tevreden over alle activiteiten die het wijk- en buurtcentrum aanbieden?

Verwachting: Ja, de kinderen zijn tevreden. Er is veel afwisseling qua activiteiten en het is een moment waarop ze in contact kunnen komen met andere kinderen en eventueel nieuwe vrienden kunnen maken.
Wij verwachten wel dat sommige kinderen vinden dat de tijden van de activiteiten langer mogen zijn, aangezien sommige activiteiten slechts een uur duren.

Uitkomst: Om te onderzoeken of de kinderen tevreden zijn over de activiteiten die georganiseerd worden door het wijkcentrum en het buurtcentrum, hebben wij een steekproef gehouden. Deze steekproef is gehouden onder 15 jongens en 15 meisjes in de leeftijdscategorie 7 tot 12 jaar die gebruik maken van activiteiten in het wijkcentrum en / of in het buurtcentrum.

De vraag die we alle kinderen stelden was: “Wat vind je van de dingen die je in Westerpoort / Port West doet? “
De reacties van de kinderen hebben wij in de onderstaande tabel ingedeeld in een positieve reactie, dus kinderen die tevreden waren over de activiteiten, en een negatieve reactie. Bij de negatieve reactie hebben wij ook kinderen mee gerekend die over het algemeen de activiteiten leuk vonden maar die ook erg veel dingen noemden die zij anders zouden willen zien.

In de tabel is te zien dat 13 meisjes en 12 jongens tevreden waren over de activiteiten waar zij aan deel nemen. Deze kinderen noemden niet of nauwelijks verbeterpunten en vonden eigenlijk alles erg leuk.

2 meisjes en 3 jongens staan ingedeeld in de kolom ‘negatief’. Eigenlijk benoemden geen van deze kinderen in hun reactie dat zij het niet leuk vonden in het wijkcentrum of buurtcentrum, maar wij hebben hen in deze kolom ingedeeld omdat zij erg veel aanvullingen gaven. Zo was de reactie van één van de jongens: “Ik vind het wel leuk was ik hier allemaal kan doen, maar soms is het een beetje gek. Bijvoorbeeld bij voetbal, dan is er geen scheids. Of bij  huiswerk begeleiding zijn er veel kinderen aan het praten en dan wordt door niks van gezegd. Soms kan het dus wel wat beter.”

Conclusie: De kinderen zijn over het algemeen erg tevreden over de activiteiten die hen worden aangeboden in het wijkcentrum en in het buurtcentrum. Sommige kinderen noemen verbeterpunten. Hier zouden de centra hun voordeel mee kunnen doen om het nog leuker voor de kinderen te maken.